Amerika haalt ambassadepersoneel terug vanwege bendegeweld in Haïti

Het aanhoudende bendegeweld in Haïti, dat grote delen van het land al zo’n tien dagen lamlegt, heeft geleid tot de terugtrekking van niet-essentieel Amerikaans ambassadepersoneel. De situatie verhoogt de druk op premier Ariel Henry die momenteel in Puerto Rico verblijft na een bezoek aan Kenia. De machtsstrijd van de bendes tegen de interimregering van premier Henry heeft de humanitaire crisis in het land verergerd.

Escalatie van geweld

Eind februari escaleerde het geweld in Haïti, waar volgens de Verenigde Naties bendes ongeveer 80 procent van de hoofdstad Port-au-Prince in handen hebben. Er zijn rapporten van zwaar geschieten rond het presidentieel paleis. Het is nog onduidelijk hoeveel slachtoffers er zijn gevallen door het geweld. Bijna de helft van de ongeveer 11 miljoen inwoners van Haïti lijdt aan acute honger, aldus de VN.

Politieke crisis

De 74-jarige neurochirurg Ariel Henry nam de leiding van de regering over na de moord op president Jovenel Moïse in zijn woning in juli 2021. Sindsdien zijn er geen verkiezingen gehouden en heeft Haïti noch een president, noch een parlement. Volgens de VN zijn in Haïti de afgelopen jaren ruim 300.000 mensen ontheemd geraakt als gevolg van bendegeweld.

Reactie van de VS

In reactie op het escalerende geweld heeft het Amerikaanse leger niet-essentiële ambassademedewerkers teruggehaald uit Haïti en de veiligheidsmaatregelen op de ambassade aangescherpt, volgens het centrale commando van het Amerikaanse leger in de regio, Southcom.