Prins Bernhard's NSDAP-lidmaatschapskaart gevonden: Bewijs van naziverleden

Prins Bernhard heeft tot zijn dood zijn lidmaatschap van de NSDAP, de nazipartij van Adolf Hitler, ontkend. Nu is zijn originele lidmaatschapskaart gevonden in zijn persoonlijk archief op Paleis Soestdijk. Hieruit blijkt onomstotelijk dat hij lid was van de NSDAP in de jaren ‘30.

Ontkenning van lidmaatschap

Bernhard beweerde kort voor zijn dood in een interview met de Volkskrant dat hij nooit een nazi was. Hij ontkende dat hij partijcontributie betaald had en in het bezit was geweest van een lidmaatschapskaart. Ondanks verschillende vondsten die zijn lidmaatschap suggereerden, ontkende de in Duitsland opgegroeide Bernhard zijn verleden tot zijn dood in 2004.

Vondst van de lidmaatschapskaart

De originele lidmaatschapskaart werd in 2019 gevonden door Flip Maarschalkerweerd, oud-directeur van het Koninklijk Huisarchief. Deze onthulling komt naar voren in zijn aankomende boek ‘De achterblijvers’, dat deze week verschijnt.

De kaart werd na de Tweede Wereldoorlog naar Bernhard gestuurd vanuit Berlijn. Bij de lidmaatschapskaart zat een briefje waarop stond dat Bernhard het recht had om de kaart zelf in zijn bezit te hebben.

Het bewaren van de kaart

Het is opmerkelijk dat de kaart in Bernhard’s archief zat, aangezien deze in 1937 was ingeleverd bij de NSDAP in Duitsland. Historicus Annejet van der Zijl meent dat de prins de kaart bewust heeft bewaard. Zij ontdekte in 2010 bij het schrijven van haar proefschrift over Bernhard dat hij lid was geweest van een studentenvereniging van nationaalsocialisten.

Het gespleten leven van prins Bernhard

Het naziverleden van de prins staat in schril contrast met zijn reputatie als verzetsheld in de Tweede Wereldoorlog. Vanuit Londen kreeg hij de leiding over het verzet. Na de oorlog was er volgens Van der Zijl geen weg meer terug en had hij zichzelf als verzetsheld neergezet.

Het koninklijk archief is met toestemming van koning Willem-Alexander geopend. De koninklijke familie was dus op de hoogte dat er informatie over het naziverleden van de opa van de koning naar buiten kon komen.