Tegemoetkoming voor huishoudens met lager inkomen dan bijstandsontvangers

ongeveer een maand geleden gepubliceerd

Minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen heeft een wetsvoorstel voorgesteld dat een tegemoetkoming regelt voor huishoudens die onbedoeld minder inkomsten hebben dan vergelijkbare huishoudens met een bijstandsuitkering. Het gaat om ongeveer 6.400 huishoudens waarbij een van de partners een UWV-uitkering ontvangt en de andere partner geen of weinig inkomsten heeft. Deze huishoudens ontvangen door de samenloop van verschillende overheidsregelingen minder huur- en zorgtoeslag dan vergelijkbare paren met een bijstandsuitkering, waardoor ze onder het bestaansminimum terechtkomen.

Overbruggingsregeling

Het kabinet heeft een structurele oplossing via de inkomstenbelasting voorzien vanaf 2028. Tot die tijd komt er een overbruggingsregeling voor de jaren 2025, 2026 en 2027. Het kabinet heeft hiervoor vorig jaar in totaal 89 miljoen euro gereserveerd. De huishoudens die in aanmerking komen voor de vaste tegemoetkoming ontvangen deze vanaf 2025 in principe automatisch via hun gemeente.

Geen nadelige gevolgen

De tegemoetkoming telt niet mee als toetsingsinkomen en heeft dus geen nadelige gevolgen voor het recht op toeslagen van de betreffende huishoudens. Het Rijk stelt later dit jaar een richtbedrag vast voor de tegemoetkoming in 2025.

Tot de invoering van de nieuwe regeling kunnen huishoudens een beroep doen op de individuele bijzondere bijstand van de gemeente. Gemeenten krijgen rond de zomer een overzicht van inwoners die te maken hebben met deze samenloop van regelingen en kunnen hen actief informeren over het aanvragen van ondersteuning.