Infra kan geen jaartje meer wachten
Lang heeft de overheid onderhoud van bruggen, wegen en andere infrastructuur naar achter geschoven. Het kon steeds toch nog wel een jaartje langer mee. Na noodkreten van de Algemene Rekenkamer en McKinsey wil het kabinet nu honderden miljoenen extra investeren in infrastructuur.
Meer risico, minder marge
Bouwers hebben ondertussen steeds minder zin in om in zee te gaan met Rijkswaterstaat en geven projecten zelfs terug. Reden: de DBFMO (Design, Build, Finance, Maintain, Operate)-contracten die 15 jaar geleden werden geïntroduceerd. Voor bouwers, die graag mee wilden denken over infraprojecten, leek dat een mooi alternatief voor eenvoudig bouwen wat gevraagd werd door Rijkswaterstaat. Maar de slinger is doorgeslagen, zegt Van Wingerden. ‘Bouwers moeten nu álles regelen. Wij krijgen ook de rekening voor vertraging bij zaken waar wij weinig invloed op hebben. Het risico is toegenomen en de marges zijn afgenomen.’
Elkaar niet boos aankijken
‘McKinsey heeft eens uitgezocht dat 80 procent van de grote bouwprojecten niet op tijd en binnen budget zijn opgeleverd. Als dat zo is moeten we niet verbaasd, verontwaardigd en boos naar elkaar doen’, zegt BAM-ceo Rob van Wingerden in het interview met opinieblad Forum. ‘Leg risico’s daar neer waar ze het best beheerst kunnen worden en ga uit van een reëel budget.’
Kennis weg bij Rijkswaterstaat
Van Wingerden ziet aan de top van Rijkswaterstaat wel begrip komen, maar hij is voorzichtig over de effecten lager in de organisatie: ‘Er zijn veel mensen weggegaan en daarmee ook kennis. De focus is meer op inkopen gelegd. Het is lastig werken met een opdrachtgever die weinig kennis in huis heeft. Besluitvorming gaat langzaam, omdat er een cultuur ontstaat van ‘geen fouten maken’.’